Wat doen we?
De Gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.
Onze democratische rechtstaat verdedigt zich tegen extremisme en terrorisme. De bedreigingen worden continu in kaart gebracht en worden prioritair opgevolgd.
In de Gemeenschappelijke gegevensbank Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces (GGB T.E.R.) staan de namen van personen die in ons land prioritair worden opgevolgd in het kader van extremisme of terrorisme. Deze gegevensbank is het instrument om die waardevolle informatie te delen met onze partnerdiensten. Extremisme uit zich op verschillende manieren. Er bestaan op dit moment vijf categorieën van extremisten die een sterke band hebben met België.
- Foreign Terrorist Fighters (FTF’s): personen die naar een conflictgebied zijn vertrokken om er een terreurgroep te vervoegen of hiervan terugkeerden, of waarbij het vertrek is verhinderd of die de intentie hebben om dit te doen;
- Homegrown Terrorist Fighters (HTF’s): personen die verkiezen om hier terroristische acties te plegen of om ze te ondersteunen;
- Haatpropagandisten (HP’s): personen die het gebruik van geweld willen rechtvaardigen omwille van ideologische doeleinden. Met hun invloed willen ze hun omgeving doen radicaliseren en schade toebrengen aan de rechtsstaat;
- Potentieel Gewelddadige Extremisten (PGE’s): personen met extremistische opvattingen die een intentie hebben om geweld te gebruiken, maar die nog geen concrete stappen daartoe hebben ondernomen;
- Terrorismeveroordeelden (TV’s): personen die veroordeeld, geïnterneerd of onder beschermingsmaatregel geplaatst zijn voor terrorisme in België of in het buitenland.
Lees meer over de werking van de Gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.
De Strategie T.E.R.
De Strategie Extremisme en Terrorisme (Strategie T.E.R.) is de opvolger van het Actieplan Radicalisme (Plan R), het Belgische multidisciplinaire plan van aanpak tegen extremisme en het radicaliseringsproces in België.
De Strategie T.E.R. bouwt verder op ervaringen en lessen uit het verleden. Het federale niveau, de deelstaten en de verschillende diensten die al jaren schouder aan schouder samenwerken aan de aanpak van extremisme, hebben de Strategie nu ook officieel onderschreven. De Strategie geeft zo alle partners meer armslag om alle vormen van extremisme en terrorisme, of ze nu religieus, ideologisch of anderszins geïnspireerd zijn, op een gelijke manier aan te pakken, aan de hand van een gemeenschappelijk kader en een gemeenschappelijke strategie. Het vertrouwen en de samenwerking verder uitbouwen onder coördinatie van het OCAD, blijft essentieel.
Lees meer over de werking van de Strategie T.E.R. met de verschillende partners.
Punctuele en strategische dreigingsanalyses
Op basis van de informatie en inlichtingen van zijn partners stelt het OCAD zowel punctuele als strategische dreigingsanalyses op.
De punctuele analyses bepalen specifiek het niveau van een dreiging. Deze worden opgemaakt voor bepaalde evenementen zoals kerstmarkten, festivals en EU-tops. Dit is ook mogelijk voor dreigingen tegen bepaalde personen zoals VIP’s en politici. Een derde soort evaluatie wordt gemaakt voor de dreiging die uitgaat van een bepaalde persoon of groep.
De analyses worden afgesloten met een dreigingsniveau 1, 2, 3 of 4. Het laagste niveau wordt toegekend als blijkt dat de situatie niet bedreigd is. Het hoogste niveau wordt gehanteerd als de dreiging ernstig en nabij is. De bepaling van het dreigingsniveau gebeurt op basis van een strikte methodologie.
Het is op basis van deze dreigingsanalyses dat andere diensten veiligheidsmaatregelen nemen. Deze dreigingsanalyses worden opgesteld op vraag van een van onze partnerdiensten of op eigen initiatief. De meest bekende dreigingsanalyse is die voor gans België: de algemene dreigingsanalyse.
De strategische analyses focussen op een bepaalde tendens of probleem in onze samenleving. De dienst schetst de mogelijke evoluties op langere termijn en schept een breder kader over de dreiging die uitgaan van bijvoorbeeld salafistisch jihadisme, het rechts-extremistische milieu en anarchisme. Strategische analyses kunnen opgesteld worden op vraag van de autoriteiten of op eigen initiatief.
De kritieke infrastructuren vormen het voorwerp van een bijzondere soort strategische analyse. Het Nationaal Crisiscentrum (NCCN) duidt een Belgische of Europese infrastructuur aan als kritiek.
Individuele administratieve maatregelen
Individuele administratieve maatregelen zijn preventieve maatregelen die moeten verhinderen dat personen terroristische misdrijven zouden plegen. Hiertoe verstrekt het OCAD een gemotiveerd advies aan de minister van Buitenlandse Zaken, de minister van Binnenlandse Zaken, of de Nationale Veiligheidsraad, afhankelijk van de beoogde maatregel. Het advies van het OCAD is altijd gestoeld op overleg en nauwe samenwerking met zijn ondersteunende diensten en partnerdiensten, in het bijzonder het federaal parket.
Het kan gaan om volgende maatregelen:
- Paspoort intrekken, ongeldig verklaren of niet vernieuwen (Passban). De beslissing om deze maatregel toe te passen valt onder de bevoegdheid van de minister van Buitenlandse Zaken.
- Identiteitskaart intrekken, ongeldig verklaren of niet vernieuwen (ID-ban). De beslissing om deze maatregel toe te passen valt onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken.
- Bevriezen van financiële en economische middelen. De uitvoering van deze maatregel moet worden goedgekeurd door de Ministerraad en wordt via koninklijk besluit gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Personen die het voorwerp van deze maatregel uitmaken, worden toegevoegd aan de nationale lijst. Enkel individuen die terroristische misdrijven plegen of pogen te plegen, ze vergemakkelijken of eraan meewerken kunnen het voorwerp uitmaken van deze maatregel. Voor een goed begrip: deze nationale lijst mag niet verward worden met de zogenaamde ‘OCAD-lijst’: de Gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R.
Lees hier meer over de werking van de individuele administratieve maatregelen.
Internationaal informatie uitwisselen
Terrorisme en extremisme overstijgen de landsgrenzen. Het OCAD pleit daarom voor meer Europese en internationale samenwerking. De dienst onderhoudt nauwe contacten met de buitenlandse partnerdiensten.
Expertise ter beschikking stellen
Het OCAD is een groot pleitbezorger van een multidisciplinaire samenwerking om de problemen van terrorisme en extremisme bij te wortel aan te pakken. In die optiek geeft het OCAD maximale informatie en advies aan verschillende bestuursniveaus, de academische wereld en het sociale middenveld. Dat gebeurt steeds conform de regels over de classificatie van de informatie.
Outreach naar academici en studenten
Het OCAD stimuleert samenwerking met de academische wereld. Om de problematieken van gewelddadig extremisme en terrorisme grondig aan te pakken, is het noodzakelijk om multidisciplinair te werken en bruggen te bouwen. Wetenschappelijk onderzoek is hierin een onmisbare schakel.
Er lopen samenwerkingsprojecten met verschillende universiteiten en onderzoeksinstellingen, onder andere via het BISC (Belgian Intelligence Studies Centre) en het Hannah Arendt Instituut. Ook met het Egmontinstituut, EENeT (European Expert Network on Terrorism Issues) en veel andere partners zijn er goede banden. Elke instelling behoudt haar onafhankelijkheid.
Daarnaast heeft het OCAD een aantal eigen projecten ontwikkeld, die soms focussen op universitaire onderzoekers, dan weer op (master)studenten. Zo organiseert het OCAD sinds 2020 onder andere een thesiswedstrijd.
De winnaars van de vorige edities zijn:
- Sarah Byttebier van de UGent met een thesis rond de rechten van kinderen in de kampen in Syrië (2019-2020)
- Océane Dieu van de UGent met een thesis rond de aanpak van terroristische content online (2020-2021)
- Marc Dubovyy van de ULuik met een thesis rond de incel-problematiek (2021-2022).
- Ruben Lateur van de UGent met een thesis rond het verzet in WO II en de rol van de NMBS (2022-2023)