© ID / Bas Bogaerts

28/10/2023, Brussel – Voor het eerst in vijf jaar tijd staat het algemeen dreigingsniveau weer drie. Het Laatste Nieuws kwam langs voor een interview met OCAD-baas Gert Vercauteren (53) om te horen waarom dat voorlopig zo blijft en waarom het weinig zin heeft om nog veel meer mensen op terroristenlijsten te zetten. Ook spraken we over de heimelijke rol die vrouwen vervullen in het radicaliseringsproces en over minderjarigen. “Die komen we nu tegen in bijna elk terreurdossier. Dat baart ons zorgen.”

Twaalf dagen geleden was het weer prijs. Toen schoot een Tunesiër twee Zweedse voetbalsupporters dood in het centrum van Brussel. In naam van de Islamitische Staat. Voor het eerst sinds januari 2018 kwam het dreigingsniveau in België weer op drie te staan — het op één na hoogste cijfer. En dat blijft voorlopig ook zo, heeft het OCAD beslist. Het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) wordt nu al drie jaar door Gert Vercauteren geleid. Dus trok Het Laatste Nieuws voor dit interview naar zijn bureau in de Brusselse Wetstraat om te horen wat ons nog te wachten te staat.

“Er waren goede redenen om het dreigingsniveau voor België op te trekken naar drie en voor Brussel zelfs even naar vier”, legt Vercauteren uit. “Het ging om iemand die een aanslag had gepleegd, die heel snel een filmpje postte op sociale media waarin hij de aanslag opeiste in naam van de Islamitische Staat. Daardoor was het motief meteen duidelijk. En hij was nog op de loop. Omdat er duidelijke aanwijzingen waren dat hij zich nog in het Brusselse bevond — zo werd zijn brommertje al snel gevonden — hebben we direct geoordeeld dat we voor Brussel naar niveau vier moesten.”

“Voorlopig wijst alles er nog op dat het om een lone actor ging, iemand die alleen heeft gehandeld. Maar die staat niet noodzakelijk los van alles en iedereen” – OCAD-baas Gert Vercauteren

Waarom werd dat drie voor de rest van het land?

“Omdat we niet konden uitsluiten dat er medeplichtigen waren of dat hij zich zou verplaatsen met zijn wapen en elders toeslaan. Gelukkig is de dader de ochtend nadien dan geneutraliseerd. We hebben toen nog even gewacht tot er een aantal huiszoekingen waren verricht en onderzoeksdaden gesteld naar mensen die vermoedelijk met hem in contact stonden. Toen die waren uitgevoerd en er bijvoorbeeld geen wapens meer werden gevonden, liet dat ons toe om de ernst van de dreiging te verlagen en overal naar niveau drie te gaan.”

Drie is ook niet laag. Waarom blijft dat nu zo?

“Omdat we met een aantal triggers zitten. Wij noemen dat ‘emotionele triggerevents’: gebeurtenissen die sterke emoties oproepen en ertoe kunnen leiden dat extremisten tot de actie overgaan. De belangrijkste is nu de Gaza-oorlog. De vrees bestaat dat er daar nog veel meer slachtoffers gaan vallen en de gemoederen hoog oplaaien. De tweede trigger waren de Koranverbrandingen, die duidelijk ook hun impact hadden hier bij ons. We zijn beducht voor copycats en dan heb je ook het verdere onderzoek naar de aanslag. Daar worden nog bijkomende onderzoeksdaden gesteld en je ziet elke dag dat er nog mensen gearresteerd worden, ook in het buitenland.”

Wil dat zeggen dat de dader toch medeplichtigen had?

“Voorlopig wijst alles er nog op dat het om een lone actor ging, iemand die alleen heeft gehandeld. Maar die staat niet noodzakelijk los van alles en iedereen. We weten dat hij mensen op de hoogte wou stellen van zijn aanslag. Maar er wordt nog onderzocht of hij hulp gehad heeft en waar hij zijn wapen haalde. Het is zeker dat hij dat niet op de hoek van elke straat in Brussel kon kopen, daarvoor was dat wapen te speciaal. Dat onderzoek is ook één van de factoren die nog meespelen om het dreigingsniveau voorlopig op drie te houden.”

Klopt het dat we weer vaker te maken krijgen met georganiseerde terreur?

“Ja, dat is sinds eind vorig jaar weer meer te zien. Het is nooit helemaal weggeweest. Grosso modo is 80 procent van alle profielen een lone actor, wat betekent dat 20 procent toch minstens een kleine cel is die losjes gestructureerd probeert om iets te doen. Maar wat je sinds oktober, november van vorig jaar wel ziet, is dat er weer meer serieuze onderzoeken zijn, ook op gerechtelijk niveau, naar zulke kleine groepen. Dat heeft in de lente van dit jaar ook al tot heel wat arrestaties geleid.”

Arrestaties van steeds jongere verdachten ook.

“Goh. Dat is niet altijd het geval. We zitten soms met mensen die al jaren meegaan in de scene. Maar het klopt wel dat er momenteel in bijna elk dossier jongeren voorkomen. Dat is iets wat ons zorgen baart. Soms gaat dat ook over minderjarigen van veertien, vijftien, zestien jaar. Die hebben niets te maken gehad met de Syriëcrisis, die zijn daar niet ter plekke geweest en hebben vaak ook geen geradicaliseerde ouders. Maar ze vinden elkaar op gespecialiseerde sociale media en raken daar geradicaliseerd door het gedachtegoed van terreurgroepen zoals IS.”

Abdesalem Lassoued stond niet op jullie lijst van extremisten, de Gemeenschappelijke Gegevensbank. Is die dan niet uitgebreid genoeg?

“Het is pas als er aan een hele reeks van criteria wordt voldaan, dat wij als OCAD samen met de andere diensten kunnen zeggen: oké, die persoon gaan we in de gegevensbank plaatsen. Dat geldt op dit moment voor 660 mensen. De criteria zijn strikt en niet iedere extremist belandt op de lijst. Er gaan soms stemmen op om dat te versoepelen, om de netten breder uit te werpen. Maar daar heb ik mijn twijfels bij.”

“Met wat je achteraf weet, kan je alles oplossen. Dan zou er ook nooit een moord worden gepleegd. Een nulrisico bestaat niet. Daarvoor is menselijk gedrag te onvoorspelbaar” – OCAD-baas Gert Vercauteren

Maar de Brusselse dader had toch beter wel op die lijst gestaan?

“Met wat je achteraf weet, kan je alles oplossen. Dan zou er ook nooit een moord worden gepleegd. Een nulrisico bestaat niet. Daarvoor is menselijk gedrag te onvoorspelbaar. Je weet nooit voor 100 procent wat er omgaat in iemands hoofd. En er zijn ook limieten aan wat je in een democratische maatschappij kunt doen. We hebben nu al een categorie van ‘potentieel gewelddadige extremisten’ bij wie er nog geen sprake is van een misdrijf, maar alleen van een intentie om geweld te gebruiken. Ik denk niet dat je veel verder kunt gaan. We zijn Noord-Korea niet.”

 

Extreem mag, extremistisch niet

Het OCAD maakt een onderscheid tussen extreem en extremistisch. Die eerste term gebruikt het voor een radicaal gedachtegoed, zoals dat ook bij politieke partijen bestaat. Die noemt het dan bijvoorbeeld extreemrechts of extreemlinks. “Daar is niets mis mee”, zegt Vercauteren. “Er staat nergens in de wet dat dat niet mag.” Maar wie aanzet tot haat of geweld, overschrijdt de lijn van wat aanvaardbaar is en wordt extremistisch genoemd. In het taalgebruik van het OCAD wordt dat dan bijvoorbeeld rechts-extremistisch of links-extremistisch.

 

Het jihadisme lijkt helemaal terug. Maar hoe zit het ondertussen met de rechts-extremistische dreiging?

“Qua dreigingsmeldingen valt dat goed mee. Daar zit het rechts-extremisme tussen 5 en 10 procent, terwijl het jihadisme minstens 30 procent voor zijn rekening neemt en nog altijd op nummer één staat. Maar wat we de laatste jaren wel zien, is dat er bijna permanent onderzoeken en gerechtelijke dossiers lopen tegen rechts-extremisten. Je ziet ook dat die ideologie heel geconnecteerd is over de landsgrenzen heen, dat ze heel sterk leeft op sociale media en dat er echt wel heel veel problematische content ter beschikking staat.”

Wat de drempel tot radicalisering verlaagt?

“Ja, absoluut. Het gaat vaak om heel clever verpakte boodschappen, die met een knipoog worden gebracht. Dat wordt gemakkelijk grappig bevonden en gedeeld, waardoor de boodschap ook terechtkomt bij mensen die daar niet noodzakelijk naar op zoek zijn. En zoals de ronselaars van Syriëstrijders indertijd probeerden om mensen te lokken met op zich niet problematische boodschappen over de wreedheid van het Syrische regime, zie je bij het rechts-extremisme nu ook hoe mensen vanop mainstream platformen naar meer gespecialiseerde fora en besloten groepen worden geleid. Waarbij er vaak een bijzondere rol voor vrouwen weggelegd is.”

Verklaar u nader?

“Vrouwen voegen een soort van ‘lifestyle-dimensie’ toe aan alle vormen van extremisme, die op zich onschuldig is en door providers wordt getolereerd. In rechts-extremistische middens gebeurt dat bijvoorbeeld door met mooie foto’s te tonen hoe je een voorbeeldige vrouw kunt zijn, uitgaand van de antifeministische boodschap dat vrouwen aan de haard moeten blijven, kinderen baren en zorgen voor het gezin. Voor alle duidelijkheid: er is geen enkel probleem met die waarden op zich. Maar ze worden ook gebruikt om mensen naar extremere en extremistische content te leiden. Als je zulke inhoud verspreidt als extremist, dan heb je daar andere bedoelingen mee.”

Worden de verkiezingen van volgend jaar een risicomoment? Ik kan me voorstellen dat er een welbepaalde partij heel goed gaat scoren, maar toch aan de kant blijft staan. Zou dat kunnen leiden tot een Capitool-effect , waarbij mensen over de rooie gaan omdat ze vinden dat de verkiezingen hen ontstolen zijn?

“Dat is een beetje afwachten, hé. Tot hiertoe hebben alle Belgische partijen zich ingeschreven in het democratische proces, waarbij je weet dat je als winnaar niet noodzakelijk in de regering belandt. Er heeft hier nog nooit een partij beweerd dat de verkiezingen werden vervalst. Ik denk en ik hoop dat onze partijen en hun aanhangers daar verstandig mee blijven omgaan.”