Het proces over de aanslagen van 22 maart 2016 gaat van start: “Dreiging nu eerder van dader die alleen handelt”

2/12/2022, Brussel – Na de reeks bloedige aanslagen in Europa in de periode 2015-2017 is de terreurdreiging kleiner. “Het jihadistische gedachtegoed blijft wel mensen inspireren”, zegt Gert Vercauteren, directeur ad interim van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD). Hij waarschuwt voor daders die alleen willen handelen tijdens een interview in De Ochtend bij Radio 1.

Volgende week begint in Brussel het proces over de aanslagen in de luchthaven van Zaventem en het metrostation Maalbeek. De gebeurtenissen van 22 maart 2016 maken deel uit van een hele reeks aanslagen in Europa. Het waren de laatste acties door commando’s gecoördineerd door terreurgroep IS.

Nadien vonden nog aanslagen plaats, maar die werden niet meer op dezelfde manier aangestuurd. Het waren zogenaamde lone actors, daders die alleen handelen, die  gewelddadige acties uitvoerden. Deze daders laten zich misbruiken door de jihadistische ideologie en zijn zelf nooit in Syrië of Irak geweest.

Terreurdreiging is kleiner

Vandaag is de dreiging voor terreur in ons land kleiner dan destijds. Het dreigingsniveau staat al sinds januari 2018 op niveau 2 op een schaal van 4. “Toch zijn er nog heel wat elementen die ons zorgen baren en die we van nabij opvolgen”, zegt Gert Vercauteren. “Er is geen reden tot zelfgenoegzaamheid. Het incident van 10 november waarbij een politieman is gedood door een gekend extremist toont dit helaas aan.”

Een dader die alleen wil overgaan tot een gewelddadige actie is minder makkelijk op te sporen. “Naast een ideologisch gedachtegoed spelen persoonlijke grieven een belangrijke rol, net zoals bepaalde symbolische gebeurtenissen of een psychische problematiek”.

Prioritair opvolgen

702 individuen worden momenteel prioritair opgevolgd in het kader van de strategie tegen terrorisme en extremisme inclusief het radicaliseringsproces (Strategie T.E.R.). In de Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) staan ondertussen 64 rechts-extremisten, 14 links-extremisten en 624 jihadisten. “De dreiging is de laatste jaren veel meer diffuus geworden”, zegt Vercauteren.

Vorig jaar waren er in ons land 218 dreigingsmeldingen die verband houden met terrorisme of extremisme. “Eén derde van de meldingen komt uit de hoek van een jihadistische ideologie. Iets meer dan een tiende van de meldingen houdt verband met rechts-extremisme. Meerdere dreigingen zijn afkomstig uit het buitenland, waarbij bepaalde regimes hun pijlen richten op vermeende opposanten in België. Voor een significant aantal meldingen die het OCAD ontving, is de ideologische dimensie van de dreiging niet gekend of onduidelijk. De dreiging op het vlak van links-extremisme bleef beperkt”.

Risico’s verminderen

De strategie T.E.R. biedt een kader om signalen van extremisme vroeg te detecteren. “Problemen in een vroeg stadium kunnen vaststellen is één zijde van de medaille” stelt Vercauteren. “Aan de andere kant is het nodig om gepaste acties te koppelen aan deze signalen om de dreiging zoveel mogelijk te reduceren.”

De problematische gevallen volgen een traject op maat om de risico’s te verminderen en hun re-integratie in de samenleving te bewerkstelligen. De Lokale Taskforces (LTF) en de Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC-R) zijn het zenuwcentrum van deze aanpak.