19/05/2021, Brussel – De vermiste militair J.C. die momenteel wordt opgespoord, was bij de diensten gekend omwille van zijn rechts-extremistische sympathieën. Hij stond al enige tijd als Potentieel Geweldadig Extremist (PGE) op de zogenaamde OCAD-lijst. Op dinsdag 18 mei 2021 heeft het OCAD het dreigingsniveau dat van hem uitgaat, opgetrokken naar niveau 4, zeer ernstig. Het algemene dreigingsniveau voor België blijft op 2 op een schaal van vier.

Wat is de OCAD-lijst?

De zogenaamde ‘OCAD-lijst’ is een verwijzing naar de Gemeenschappelijke Gegevensbank Terrorist Fighters /Haatpropagandisten. Naar deze gegevensbank wordt vaak verwezen onder de noemer ‘OCAD-lijst’  en bevat  alle personen die een extremistische of terroristische dreiging kunnen vormen voor België. De personen in de gegevensbank moeten een sterke link hebben met België (maar niet per sé de Belgische nationaliteit bezitten). Om opgenomen te worden in de GGB moeten er sterke aanwijzingen zijn dat ze aanzetten tot geweld, van plan zijn om geweld te gebruiken in een extremistische of terroristische context of ernstige aanwijzingen dat ze anderen willen radicaliseren.”

Wie heeft toegang?

De toegangen  van de diensten die bij de aanpak van extremisme of terrorisme betrokken zijn, zijn wettelijk geregeld en elke dienst kan enkel zien en uitvoeren wat nodig is in functie van zijn opdrachten. In de gegevensbank wordt enkel niet-geclassificeerde informatie gedeeld. De diensten waarvan sprake omvatten zowel inlichtingen- als veiligheidsdiensten, federale overheidsdiensten, maar ook diensten van de deelstaten, zoals de Justitiehuizen. Tevens is er ook altijd een lokaal aanspreekpunt via de Information Officer.

Wie wordt er allemaal opgevolgd?

De gegevensbank is opgericht in 2016, als een van de maatregelen om de Syriëstrijders beter op te volgen. In de jaren nadien zijn echter ook andere categorieën van personen toegevoegd. Zodoende kunnen  de diensten nu ook informatie delen over potentieel gevaarlijke personen met een andere extremistische, ideologische achtergrond, zoals rechts- en links-extremisten.

Alvorens een persoon in de gegevensbank wordt opgenomen, moet er aan strikte, wettelijke criteria worden voldaan. Regelmatig wordt de informatie over alle personen in de gegevensbank geactualiseerd. Als op basis van die informatie en een strikte methodologie blijkt dat er geen reden meer is om een persoon in de gegevensbank te houden, wordt die weer geschrapt.

Dankzij de gegevensbank kunnen de diensten snel en accuraat informatie delen en een gepaste opvolging voorzien. De bedoeling is om de dreiging die van deze personen kan uitgaan, in te perken. Daarom stelt het OCAD voor elke persoon in de gegevensbank onder meer een individuele dreigingsevaluatie op. Het niveau van die evaluatie gaat steeds van niveau 1 (laag) tot en met niveau 4 (zeer ernstig).

Welke maatregelen worden genomen?

In functie van het dreigingsniveau en de informatie, worden de personen in de gegevensbank opgevolgd door de politie- en veiligheidsdiensten (de veiligheidsgeoriënteerde of repressieve aanpak) gecoördineerd door de Lokale Taskforces (LTF’s), of door sociopreventieve diensten op lokaal niveau (de begeleidende, sociopreventie aanpak), gecoördineerd door de Lokale Integrale Veiligheidscellen (LIVC’s-R). Voor elke persoon in de gemeenschappelijke gegevensbank wordt gekeken naar de meest efficiënte aanpak en worden specifieke maatregelen genomen.

 Hoeveel mensen zitten er momenteel in de gegevensbank?

Op basis van de laatste cijfers van het OCAD, zitten in de gegevensbank 706 personen Een 50-tal worden opgevolgd omwille van hun rechts-extremistische gedachtegoed en een kleine 15 omwille van hun links-extremistische gedachtegoed. De overigen worden opgevolgd in het kader van de jihadistische problematiek.

De gegevensbank bevat vijf categorieën van personen:

  • Foreign Terrorist Fighters (FTF’s): personen die naar een conflictgebied zijn vertrokken om er een terreurgroep te vervoegen of hiervan terugkeerden, of waarbij het vertrek is verhinderd of die de intentie hebben om dit te doen;
  • Homegrown Terrorist Fighters (HTF’s): personen die verkiezen om hier terroristische acties te plegen of om ze te ondersteunen;
  • Haatpropagandisten (HP’s): personen die het gebruik van geweld willen rechtvaardigen omwille van ideologische doeleinden. Met hun invloed willen ze hun omgeving doen radicaliseren en schade toebrengen aan de rechtsstaat;
  • Potentieel Gewelddadige Extremisten (PGE’s): personen met extremistische opvattingen die een intentie hebben om geweld te gebruiken, maar die nog geen concrete stappen daartoe hebben ondernomen;
  • Terrorismeveroordeelden (TV’s): personen die veroordeeld, geïnterneerd of onder beschermingsmaatregel geplaatst zijn voor terrorisme in België of in het buitenland.

Is de gemeenschappelijke gegevensbank de enige lijst waar personen worden opgevolgd?

Naast de gemeenschappelijke gegevensbank, hebben het OCAD, de Veiligheid van de Staat, de Federale Politie en de Algemene Dienst Inlichtingen en Veiligheid binnen Defensie hun eigen databanksysteem waar informatie wordt bijgehouden in functie van hun eigen finaliteiten. Dat een persoon gekend is of opgevolgd wordt in het kader van een bepaalde problematiek binnen een van die diensten, betekent dus niet per se dat die ook meteen in de gemeenschappelijke gegevensbank wordt opgenomen.

Klik hier.voor meer informatie over de gemeenschappelijke gegevensbank in het kader van het Actieplan Radicalisme.