
07/02/2025, Brussel – In 2024 waren er in ons land 287 dreigingsmeldingen die mogelijks verband houden met terrorisme of extremisme. Dat is een daling van 13% in vergelijking met de 332 ontvangen dreigingen het jaar voordien. Na verder onderzoek blijkt dat 213 van deze dreigingsmeldingen onder het bevoegdheidsdomein van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) vallen. De overige meldingen hadden niet rechtstreeks betrekking op extremisme of terrorisme.
Het OCAD wordt door zijn partnerdiensten op de hoogte gebracht van meldingen over potentiële dreigingen in het kader van extremisme of terrorisme. Deze dreigingsmeldingen worden verwerkt en geanalyseerd. Voor deze dreigingen voorziet het OCAD een dreigingsniveau op een schaal van 1 tot 4 en context. Op basis hiervan kunnen, indien nodig, beschermingsmaatregelen worden genomen.
De daling van het aantal dreigingsmeldingen in 2024 is voornamelijk te verklaren doordat de piek die in het laatste kwartaal van 2023 werd waargenomen, zich het jaar daarop niet heeft voortgezet. Het Israëlisch-Palestijnse conflict bleef echter wel een belangrijke bron van spanningen. Dit blijkt met name uit de geïdentificeerde doelwitten, waarbij de joodse gemeenschap in 15% van de gerapporteerde gevallen werd geviseerd. Op nationaal niveau lijken de verkiezingen van 2024 geen invloed te hebben gehad op het aantal meldingen. Er is een afname vastgesteld van de dreigingen gelinkt aan rechts-extremisme en islamistisch extremisme. Deze laatste blijft echter de voornaamste ideologische trend.
Algemene vaststellingen
Het aantal dreigingsmeldingen dat het OCAD ontving, varieerde in de loop van het jaar, met de laagste cijfers in juli, augustus en september, terwijl er pieken werden waargenomen in februari en juni.
In 2024 werd de meerderheid (57%) van de dreigingsmeldingen als een lage dreiging (niveau 1) ingeschaald. Iets minder dan een derde (31%) van de dreigingen werd beoordeeld als gemiddeld (niveau 2). Ongeveer 12% van de dreigingen was op een bepaald moment ernstig (niveau 3). In 2024 werd geen enkele dreiging als zeer ernstig en imminent (niveau 4) beoordeeld.
Het grootste deel van de dreigingsmeldingen is verbonden aan het rechtsgebied (ressort) Brussel, gevolgd door Antwerpen, Gent, Bergen en Luik.
Profiel en ideologie
Veruit de meeste dreigingsmeldingen (67%) hebben betrekking op het profiel van een lone actor. Het gaat dan om iemand die alleen wil overgaan tot actie. De meerderheid van deze individuen hebben geen enkele structurele band met terroristische of extremistische groepen. Bij ongeveer 11% van de bedreigingen gaat het om collectieve plannen, vaak in een vroege ontwerpfase.
55% van de dreigingsmeldingen komt uit de hoek van het islamistisch extremisme, dat de dominante ideologische trend blijft.
19% van de dreigingen houdt verband met een buitenlandse politieke context. Deze categorie omvat dreigingen die voortkomen uit buitenlandse ontwikkelingen met gevolgen voor België, zoals dreigingen tegen bepaalde opposanten door buitenlandse regimes of spanningen tussen bevolkingsgroepen in de diaspora’s. De dreigingen gelinkt aan rechts-extremisme (5%) en links-extremisme (1%) blijven beperkt. Andere fenomenen, zoals anti-establishment gevoelens, incels en statelijke dreigingen, bleven min of meer stabiel. Voor 9% van de meldingen die het OCAD ontving, is de ideologische dimensie van de dreiging niet vast te stellen na verder onderzoek. Over het algemeen wordt vastgesteld dat het vaak moeilijk is om de drijfveren van de auteurs van deze dreigingen precies te achterhalen, die vaak voortvloeien uit een heterogene mix van ideologische invloeden, persoonlijke grieven en psychologische kwetsbaarheden.
18% van de auteurs van dreigingen is minderjarig; verschillende van hen zijn opgenomen in de Gemeenschappelijke Gegevensbank “Terrorisme, Extremisme, Radicaliseringsproces” (GGB T.E.R.).
Voor elke dreigingsmelding wordt beoordeeld of de auteur(s) in de GGB T.E.R. moet(en) worden opgenomen om de uitwisseling van informatie, het nemen van maatregelen of de socio-preventieve ondersteuning van de betrokkene(n) te bevorderen.
Modus operandi en doelwitten
De meest genoemde methoden in de dreigingsmeldingen zijn explosieven, vuurwapens, fysiek geweld en steekwapens. Het is echter belangrijk te benadrukken dat de vermelding van wapens of explosieven niet noodzakelijkerwijs betekent dat de auteurs deze ook daadwerkelijk bezitten of de nodige vaardigheden hebben om ze te gebruiken.
De voornaamste doelwitten in de dreigingsmeldingen zijn de joodse gemeenschap, specifieke personen, het algemene publiek, politieke autoriteiten en de veiligheidsdiensten.
Conclusie
Tot slot, hoewel het totale aantal dreigingsmeldingen in 2024 is afgenomen, blijft het OCAD, in nauwe samenwerking met zijn partners, waakzaam voor de evolutie van de dreigingen om de aanpak ter bestrijding van terrorisme, extremisme en radicalisering te versterken. Internationale gebeurtenissen en lokale spanningen blijven bepalende factoren in de evolutie van het dreigingsbeeld in België.
De overlegplatformen Joint Intelligence Centres (JIC) en Joint Decision Centres (JDC), die verantwoordelijk zijn voor de opvolging en de aansturing van dossiers rond (vermoedens van) terroristische misdrijven, evenals de strategie T.E.R. en de bijbehorende structuren (LTF en LIVC), aangevuld met de gemeenschappelijke gegevensbank T.E.R., vormen essentiële instrumenten om deze dreigingen operationeel op te volgen en de veiligheid te versterken.
Lees ook

Een eindwerk over terrorisme en extremisme? Een nieuwe kans om vragen te stellen aan onze specialisten tijdens students@cuta
21/02/2025, Brussel – In april 2025 opent het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) via het project students@cuta opnieuw zijn deuren voor masterstudenten. Wees er snel...

Victor Desmet (UGent) wint thesiswedstrijd OCAD
06/01/2025, Brussel – Victor Desmet, master of Arts in Gender and Diversity van de UGent, wint met zijn masterproef over toxische masculiniteit en online narratieven...

Interviews met de directeur van het OCAD: Huidige veiligheidsuitdagingen
16/12/2024, Brussel – In recente interviews met De Standaard en Le Soir (link 1 en link 2) deelde Gert Vercauteren, directeur van het OCAD, zijn...